
Eerste bijdrage Henk van Zelst: Jaarrekening 2024

De jaarrekening en mijn maidenspeech, ik moet er nog even inkomen maar heb vanuit onze fractie toch wel enkele kritiekpunten meegekregen waar ik aandacht voor wil vragen.
De woningbouw, 13.500 nieuwe woningen waren er nodig om de woningnood te bestrijden. 10.800 zijn er gerealiseerd, betreurenswaardig, wij doen dan ook een beroep op GS om in 2025 deze achterstand in te halen en horen graag de toezegging dat u zich hiervoor in gaat spannen.
De opcenten, dat ging niet helemaal goed, het is achteraf hersteld, maar wat gaat u doen om dit in de toekomst te voorkomen, had u niet proactiever moeten zijn op dit punt? Graag enige verduidelijking hoe dit mis kon gaan.
De Beethovendeal, een hele grote deal, in onze beleving wordt er achter de schermen hard gewerkt aan de uitwerking hiervan. Echter wij als PS weten totaal niet wat er gebeurt, kunt u ons meenemen in dit proces, kunt u informatie delen met ons? Onze fractie wil graag meedenken. Kunt u de toezegging doen dat PS mee mag denken en mee mag praten hierover en niet straks alleen bij het kruisje hoeft te tekenen?
Tot zover mijn kritische punten op de jaarrekening. Nu wil ik u meenemen in enkele van mijn gedachten n.a.v. een misschien voor u wel bekend verhaal wat ik hoorde tijdens de maaltijd van “Samen Eten”. Dit is een project van de kerk waar ik lid van ben, ik maak deel uit van het koksteam. We nodigen maandelijks 50 inwoners uit het dorp uit voor een maaltijd. Daar hoorde ik het volgende verhaald:
Een oude vrouw komt bij de dokter en zegt: 'Ik heb één hand vol klachten. Zal ik ze eens opnoemen?' 'Laat maar eens horen', zei de dokter.
'De eerste vinger is mijn verloren man. De tweede zijn mijn lichamelijke klachten.
De derde vinger, dat ik zo weinig meer kan doen. De vierde, dat ik me soms zo eenzaam voel. De vijfde vinger, dat er om me heen zoveel bekenden weggevallen zijn.' 'Dat is inderdaad een hele hand vol', zegt de dokter.
'Maar die andere hand dan?' vraagt hij nieuwsgierig. 'Dat zijn mijn zegeningen, wilt u die ook horen?' vraagt ze. 'Graag', zegt de arts.
'De eerste vinger, dat ik elke dag voldoende te eten heb. De tweede, dat mijn huisje in de winter lekker warm is. De derde, dat er mensen om mij heen zijn die me helpen. De vierde, dat ik de laatste tijd gespaard ben van nog meer ziekten en pijn. De vijfde vinger, dat ik voldoende geld heb om mijn rekeningen te betalen.'
De dokter kijkt naar beide handen. De vrouw kijkt hem aan en zegt: 'Hier zijn twee handen die verdriet hebben gedragen, tranen gedroogd en wel eens tot vuisten zijn gebald. Ook twee handen die weten wat leven is.
En weet u dat ik nu zo mooi vindt, wat er gebeurt als ik mijn handen vouw tot een gebed?' 'Neen', zegt de dokter.
'Als ik bid, gebeurt er iets met mijn handen. Dan gaat mijn hand met de zegeningen naar mijn hand met het verdriet. Dan vouw ik de vingers in elkaar en dan komen de moeilijke dingen tussen de zegeningen in. En de zegeningen houden die narigheid in mijn leven tegen. Biddend breng ik mijn verdriet bij God. Daarna tel ik de zegeningen.
Weet je, ik ben dankbaar dat ik twee handen heb, ze houden elkaar in evenwicht. Ze houden mij in evenwicht en zo is mijn leven ook minder zwaar.'
De dokter knikt instemmend, vouwt de vingers van de ene hand tussen de vingers van zijn andere hand en blijft verzonken in zijn eigen gedachten zitten.
Na dit verhaal zat ik ook in gedachten verzonken en heb toen gedacht dat ik zo de Brabantse politiek opnieuw wil komen versterken.
We zitten hier namelijk allemaal met onze eigen achtergronden en idealen.
Hoe vinden we elkaar, hoe komen en blijven we in verbinding?
Hoe versterken we Brabant, hoe doen we het goed voor onze inwoners, de natuur, de economie?
Vaak brengt dat tegenstrijdigheden met zich mee, laten ook wij het verdriet en de zegeningen in elkaar laten vloeien, laten we ruimte voor elkaar zoeken, laten we daar samen de handen voor ineen slaan.
Ik spreek de hoop uit dat we met elkaar de komende twee jaar aan een evenwichtig bestuur voor een Brabant in evenwicht kunnen blijven werken en zie uit naar de samenwerking met u allen.
Henk van Zelst